Dag 11Geloven zoals Jezus Geloofde.

DAG ELF

Dinsdag 26 mei 2015.

Geloven zoals Jezus Geloofde

“En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Heb geloof in God. Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt. Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen”. (Mark. 11:22-24)

Soms, als we het leven van Christus overdenken, trappen we in de val van de erkenning van Hem als de Zoon van God, maar niet als de Zoon des mensen. We
zien Hem met verheven gedachten denken en het doen van bovennatuurlijke daden vanwege van Zijn hemelse oorsprong.
Wij zijn van mening dat de wonderen en het kennen van de wil van God “gemakkelijk” voor Hem was vanwege deze oorsprong. We denken graag dat hij een speciale hotline naar God had en dat Hij op elk moment hierop een beroep kon doen. Maar, vertellen we onszelf, in vergelijking met Hem zijn wij een minderwaardig persoon en in een
lagere positie – we zijn niet uitgerust met speciale krachten (op dezelfde manier), en God spreekt niet tot ons met dezelfde helder- en duidelijkheid. Diep van binnen zit er een deel in ons dat excuses maakt voor ons eigen gebrek aan geloof op deze gebieden. Maar wat we vergeten is dat Jezus werkelijk leefde en wonderen verrichtte als een man van geloof, in plaats van een God van kracht. De Bijbel zegt dat Hij Zichzelf ontledigde….. en een mens werd zoals wij zijn. (Filippenzen 2:7-8).

Onze theologie moet duidelijk zijn op dit aspect. Christus was de tweede Adam en kwam terugwinnen wat de eerste Adam had verloren … als een mens. Had Hij Zijn toevlucht genomen tot Zijn goddelijkheid, was het spel zoals je zegt over, want dan zou Hij de regels hebben gebroken. Op dezelfde manier zou het oneerlijk zijn om Superman in de boksring te laten concurreren, maar perfect eerlijk als Clark Kent de bokshandschoenen aan deed! Christus leefde als een mens, werd verzocht als een mens, bad als een mens en werkte wonderen als een mens.

foto van De Wijnstok, Gemeente in Cellen / Videira Holanda.

Wat we zeggen is dat Christus bergen verplaatste, alleen vanwege zijn geloof.
Blijkbaar zet zo’n geloof de zalving van de Geest vrij, die op Hem was. Maar het was Zijn geloof, levend en krachtig, dat de doden deed opstaan en de blinden liet zien en de zee kalmeerde. Het was niet een simpel geval van “met engelen poeder strooien dat Hij uit de hemel had opgepikt”.

Als we nu volledig stoppen met onze mening hierover, kunnen we ons realiseren dat Hij niet anders dan ons is op dit gebied. Ook wij zijn zonen van mensen. Ook wij hebben een zalving van de Heilige ontvangen. Het enige dat ontbreekt is hetzelfde niveau van geloof in onze harten. Dit is het wat ons onderscheidt van Hem. Het is het ook wat onderscheid maakt tussen gelovigen. David had geloof, terwijl Saul het niet had. Daarom was David een overwinnaar terwijl Saul werd overwonnen.

Bijbel leraren zoals EW Kenyon, hebben gewezen op de betere vertaling voor “Heb geloof in God” (Markus 11:22), dit wordt “Heb het geloof van God”, of met andere woorden: “Heb het soort geloof van God”. Dit veranderd alles. Nu kunnen we ons gaan focussen op het onderwerp. Hoe moeten we het geloof hebben dat Hij had? Hoe kunnen we geloven zoals Hij geloofde?

Hier zijn een aantal principes die je het verschil laten zien tussen het soort van geloof dat mensen hebben en het type geloof dat Jezus had:

1. We moeten de feiten onder ogen zien – Jezus sprak over bergen.

De eerste voorwaarde voor een wonder is het hebben van een onoverkomelijk probleem. We hebben allemaal “bergen” in ons leven die onze wegen en onze vooruitgang blokkeren. Ons lot ligt als een kronkelend avonturenparcours aan de andere kant van de bergen. Wij worden geconfronteerd met die bergen en moeten beslissen of we ze zullen overwinnen of dat we teruggaan naar vlakten van de middelmatigheid. Menigeen, gedomineerd door hun zintuigen, hebben de weg van de minste weerstand gekozen. Maar er zijn sommigen die voelen dat ze geboren zijn voor dergelijke uitdagingen.

Jezus sprak over bergen. Hij deed niet alsof ze niet bestaan. Zijn boodschap is er niet één van louter positief-denken. De bergen waar Hij naar verwijst vertegenwoordigen problemen die er enorm groot uitzien, onoverkomelijk en niet op te lossen – die dingen die je niet kunt veranderen, wat je ook probeert en die al te lang in je leven zijn en ook lijkt het er niet op alsof ze binnenkort zullen vertrekken. Ze zijn problemen die zo oud zijn als de bergen. Ze manifesteren zich als schuld-bergen, ziekte-bergen, of relatie-bergen.

Jezus vraagt ons nooit om de feiten weg te stoppen, maar om de feiten onder ogen te zien. Dit zijn echte problemen – grote lelijke reuzen die ons leven zouden kunnen vernietigen.

2. We moeten de feiten door het geloof zien – Jezus sprak over de zee

Maar Jezus vraagt ons ook om op een hoger niveau te komen. Zoals degenen onder jullie weten, dat als je over de Alpen hebt gevlogen, dat zelfs bergen er klein uit zien vanaf de hemel. Jezus werkt op dit niveau en dat moeten wij ook. Hij bleef het hemels perspectief houden. Hij stond op de berg van de Heer en bekeek de bergen van de mens. Het verschil was groot. De berg van de Heer is eeuwig en consistent, gemaakt van de rots van alle tijden met in zijn hart puur goud. Bij nader inzien zijn de bergen waar wij voor staan, onderhevig aan veranderingen. Er zitten scheuren in het lichaam, want het is een koninkrijk wat tegen zichzelf verdeeld is en kan niet standhouden (Markus 3:24). Het is gebouwd op het drijfzand van verandering wat geen diepte of fundament heeft.

Net als het IJzeren Gordijn en de communistische ideologie, dingen die eruit zagen alsof ze onwrikbaar waren, uiteindelijk brokkelende het voor onze ogen af. Het “onmogelijke” gebeurt. Het doktersverslag verandert, de eisende brieven van de bank verdwijnen en de kloof tussen de echtgenoten verdwijnt.

Waar moeten deze bergen heen worden geworpen? Jezus zei in de zee. De zee in de Schrift spreekt van twee dingen: de dood en de vergetelheid. De dingen die ons gedomineerd hebben door angst en die hoog boven ons uit torenden, zoals Goliath bij David, liggen nu dood voor onze voeten. We vragen ons in de eerste plaats af waarom we nu zo bang waren. Net als een luchtkasteel springkussen, wordt hun grootte verminderd nu het leven uit hen is verdwenen.

We spreken ook over dingen die worden weggespoeld in de zee van vergetelheid. De moeder vergeet de pijn van de bevalling door het wonder dat er gebeurt is. Tijdens de bevalling leek het alsof het een onmogelijke berg was die moest worden beklommen. Maar nu is het over en ligt het achter ons, onder ons, en wordt het langzaam weggespoeld als een zandkasteel bij het opkomende tij. Het Egyptische leger, dat de Israëlieten met ijzeren hand generaties lang hadden onderdrukt, waren nu niet alleen dood in de zee, maar werden er door weggespoeld. De fysieke pijn was weg, maar ook de emotionele pijn werd vervangen door vreugde!

3. We moeten geloof toepassen op de feiten – Jezus sprak tegen de bergen

Onze bergen in de zee werpen? Oh vreugde! “Hoe dan?” vragen wij. Laten we eens kijken naar Jezus, Hij is de Leidsman en Voleinder van ons geloof (Hebr. 12:1-2).

Jezus gebruikte de geschreven woorden om de duivel in de woestijn te verslaan. Op dezelfde manier confronteerde David de reus met woorden, ruim voordat hij de steen slingerde en het zwaard gebruikte. Woorden komen op de eerste plaats. Niet elk soort woord, maar het woord van geloof – woorden van bevel, woorden van instructie, woorden van gezag.

Wanneer Jezus geloofde, sprak Hij. Wanneer Jezus sprak werden bergen verplaatst. Soms verhuisden de bergen meteen – de geest van zwakheid die een vrouw al achttien jaar gebonden had gehouden werd nu zelf gebonden, en zij werd vrijgezet (Luk. 13:11). Soms was het (de bergen verzetten) een proces – de vijgenboom die Hij vervloekt had en die kort daarna verdorde (Mark. 11:20). Het maakt niet uit hoe lang het duurde, Zijn Woord was krachtig en de materiële en de geestelijke wereld reageerden.

Hier moeten we van leren en snel leren, omdat ons eigen leven en het leven van de mensen om ons heen hier afhankelijk van zijn. We moeten beginnen te spreken tegen onze bergen. Mensen kunnen je beschuldigen dat je dronken van nieuwe wijn bent (Hand. 2:13), maar als je een doorbraak wilt in je leven moet je je stem verheffen en met geloof de beloften van God beginnen te verkondigen. Niet blijven zwijgen. Zit nou niet te denken; “Nou Jezus kent mijn nood en Hij ‘weet waar mijn huis woont’ om mij te bezoeken!” Als blinde Bartimeüs hetzelfde had gedacht, zou Jezus aan hem voorbij zijn gegaan en was zijn hachelijke situatie ongewijzigd gebleven (Mark. 10:46).

Toen David in de enorme schaduw van de man-berg Goliath stond, sprak hij woorden van geloof uit; Vandaar zijn uitspraak: “Op deze dag zal de HEERE u in mijn hand overleveren…….”(1Sam. 17:46).

Onthoud ook dat het spreken tegen de berg heel anders is dan spreken over de berg. Het bespreken van je probleem met anderen kan gewoon de berg vergroten. Dit kan je misschien sympathie opleveren, maar het brengt je geen oplossing.

Hoe vreemd het ook mag klinken, maar kracht wordt vrijgegeven door het gesproken woord – ten goede of ten kwade. Laat je woorden verschil uitmaken. Er zit een wonder in je mond! Spreek met overtuiging, met je geest volledig gericht op de kwestie. Net als ouders genieten wanneer het kind zeer zeker is van wat hij wil, zo antwoordt ook de Heer aan hen die met duidelijkheid, overtuiging en vertrouwen vragen……

Wouter van der Hee
Voorganger
De Wijnstok, Gemeente in Cellen

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.