Dag 9 Drinken zoals Jezus Dronk.

DAG NEGEN

Zondag 24 mei 2015.

Drinken zoals Jezus Dronk

“En toen er een tekort aan wijn ontstond, zei de moeder van Jezus tegen Hem: Zij hebben geen wijn meer. Jezus zei tegen haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet gekomen. Zijn moeder zei tegen de dienaars: Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het.” (Joh. 2:3-5)

Als gulzigheid de demon van overmatig eten is, dan is dronkenschap de demon van overmatig drinken. Ongetwijfeld moeten extremen worden vermeden. Maar is er een middenweg over dit onderwerp met betrekking tot het drinken van de gelovige? Of moeten we doen wat zo velen hebben gedaan, dat is, om van onthouding een doctrine te maken? Dronk Jezus? En zo ja, wanneer, wat en op welke wijze? Als Hij ons voorbeeld is en Paulus de imitator voor ons is, laten we dan kijken naar hen, zodat we kunnen navigeren op deze moeilijke weg.
1. Geestelijke wijn is superieur

Het eerste wat uit de Schrift op te merken is, is dat geestelijke drank altijd superieur is aan fysieke drank. Wat fysieke drank is voor ons lichaam, is geestelijke drank voor onze geest. Leven komt binnen via onze geest en dit geestelijk leven is zo superieur, net zoals de hemel dat is boven de aarde.
Op de bruiloft in Kana doet zich het buitengewone incident voor dat elke
zondagschoolkind kent, en dat is dat Jezus water in wijn doet veranderen. Voor mij is de verandering van materie niet het meest opvallende in het verhaal. Maar laten we beginnen met een paar dingen die we zien. Ten eerste, wanneer Jezus wordt geïnformeerd over het gebrek aan wijn en door Zijn moeder gevraagd wordt te helpen, heeft Hij niet met vijandigheid gereageerd, zoals misschien vele gelovigen vandaag de dag zouden doen. Hij weigerde niet om iets met de alcohol te maken te hebben en betrokken te worden bij een dergelijke zonde.
Integendeel, Hij lijkt opvallend vreedzaam. We mogen hieruit opmaken dat in Zijn gedachten, wijn een substantie was die kan worden gebruikt ten goede of ten kwade, afhankelijk van de gebruiker. De voornaamste zorg van Jezus was om de schande van de gastheer te bedekken en te voorzien in de noden van de gasten. Dit wordt door Hem gedaan en de nieuwe wijn wordt geproduceerd in overvloed en met meer kwaliteit, want dat is het Koninkrijk van God.

Maar interessanter voor mij is het antwoord van de Heer op de vraag van Zijn moeder; “Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet gekomen.” (Joh. 2:4). Op het eerste gezicht lijkt dit een vrij stevig ‘neerzetten’ aan Zijn lieve moeder. Totdat je gaat uitzoomen en het grotere plaatje gaat zien. Christus had een hemelse gedachtegang en Hij was op een hemelse missie. Op sommige momenten stelden mensen Hem vragen op het natuurlijke vlak en antwoordde Hij hun op het geestelijke vlak. Christus doel op aarde was niet zozeer het water in wijn te veranderen, maar om het gebruikelijke om te zetten in het exotische, om brokken steenkool in goudklompen te doen veranderen, om de zonen van mensen in zonen van God te veranderen. Zijn rol was om hemelse wijn vrij te zetten op aarde.

Dit profetische doel, het eerst uitgesproken door de profeet Joël, werd vervuld met Pinksteren en opgemerkt door Petrus, die de kritiek (het volk dacht dat de discipelen van de wijn dronken waren) beantwoordde, zeggende: “deze mensen zijn namelijk niet dronken, zoals u vermoedt” (Hand. 2:15). Met andere woorden, ze hadden een ander type wijn gedronken. Jezus Zelf sprak over deze hemelse substantie: “Maar nieuwe wijn moet men in nieuwe zakken doen en beide blijven ze behouden.” (Luk. 5:38).

Het is deze ‘nieuwe wijn’ ervaring, die de mens nodig heeft en uiteindelijk naar op
zoek is. Oude wijn kan niet voldoen, maar nieuwe wijn kan dat wel. Het is door te drinken van het hemelse water dat we geen dorst meer zullen krijgen. (Joh. 4:14). Daarom zegt Paulus: “En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest,” (Ef. 5:18).

Hier is mijn punt, wees altijd gepassioneerd over het vervuld zijn met de Geest, elke dag. Dit is het enige dat je hart tevreden zal stellen. Probeer niet om dat te vervangen door de wijn van deze wereld. Je zal erg teleurgesteld worden en het beste missen van wat Christus voor jou heeft.
2. Met aardse dranken moet je voorzichtig omgaan

Maar moeten we daarom nooit drinken, of zit er wel iets goeds in? Ten eerste, de Schrift lijkt een onderscheid te maken tussen drank en sterke drank. Sterke drank moet met uiterste zorg worden behandeld omdat het onrust stoken en bitterheid veroorzaakt (Spr. 20:1 & Jes. 24:9). In deze categorie moeten we alle dranken / likeuren plaatsen, die hun hoge alcohol percentages te danken hebben aan het distilleren. Niet gedistilleerde dranken, zoals wijn, vallen in een andere categorie. Toch geeft de Schrift een waarschuwing aan degenen die ze drinken.

In feite wordt wijn beschreven als iets door God voortgebracht voor onze vreugde: “Hij brengt voedsel uit de aarde voort: wijn, die het hart van de sterveling verblijdt,” (Ps. 104:14,15). Jezus Zelf impliceerde dat Hij wijn dronk: “Want Johannes is gekomen, hij at niet en hij dronk niet, en ze zeggen: Hij heeft een demon. De Zoon des mensen is gekomen, Die wel at en dronk, en ze zeggen: Ziedaar, een vraatzuchtig mens en een drinker,” (Mat. 11:18-20).
Natuurlijk, zoals geschreven, was er ook wijn aanwezig op het feest van Kana en bij het Laatste Avondmaal.

Paulus geeft duidelijkheid over de kwestie bij het praten over de aanstelling van de leiders in de kerk. Hij zegt dat zij niet “verslaafd aan wijn” moeten zijn (Titus 1:7) en dat de oudere vrouwen “niet verslaafd aan veel wijn” moeten zijn (Titus 2:3). Dit spreekt over matiging en zelfbeheersing. Het goede verstand zegt dat als je geniet van een glas wijn, je ervoor dient te zorgen dat je consumptie niet je toewijding tot de Heer verminderd.
3. De sterken moeten de zwakken helpen

Hoe dan ook, er zijn momenten waarop gelovigen nooit zouden moeten overwegen een drankje te nemen. Dit wanneer jouw drinken kan leiden tot het struikelen van iemand anders. Met andere woorden, als ‘iemand’ niet in staat is om met terughoudendheid te drinken, dan is het het beste dat hij helemaal niet drinkt, of door mensen om hem heen wordt aangemoedigd om te drinken. Door te drinken op momenten als deze, kan dit leiden hem in zonde te laten vallen, en jouw gebrek aan zorg en terughoudendheid is onderdeel van deze oorzaak.
Omdat we de zonde moeten ontvluchten ten koste van alles, moeten we dus de gedachte verafschuwen dat iemand in zonde valt door ons. Paulus schrijft: “Het is goed geen vlees te eten, geen wijn te drinken en niets te doen waaraan uw broeder aanstoot neemt, waarover hij struikelt of waarin hij zwak is.” (Rom. 14:21).

“Maar dit kan mijn vrijheid om te drinken beperken”, klaag je misschien. Ja inderdaad, dat kan het. Maar dat is nu juist het punt. Je moet bereid zijn om dingen op te offeren ter wille van de bediening van Christus, om geen schande te brengen aan Zijn naam en om anderen perfect voor de Heer te helpen staan. Als je denkt dat je zelfcontrole op dit gebied hebt (en je zou alleen moeten drinken als je dat hebt), dan moet je in staat zijn je te onthouden wanneer zoiets nodig blijkt. Volwassen mensen denken niet alleen aan hun eigen genoegens en verlangens, maar in de eerste plaats aan het welzijn van de mensen om hen heen.
Wouter van der Hee
Voorganger
De Wijnstok, Gemeente in Cellen

foto van De Wijnstok, Gemeente in Cellen / Videira Holanda.

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.