Dag 6 Kleden zoals Jezus Zich Kleedde.

Donderdag 21 mei 2015.

Kleden zoals Jezus Zich Kleedde

“Toen de koning naar binnen was gegaan om de gasten te overzien, zag hij daar iemand die niet gekleed was in bruiloftskleding. En hij zei tegen hem: Vriend, hoe bent u hier binnengekomen terwijl u geen bruiloftskleding aan hebt? En hij zweeg.”
(Mat. 22:11-12)

Kleren in de Schrift staan voor veel dingen. We dienen te worden gekleed in een lofgewaad (Jes. 61:3), bekleed te worden met nederigheid (1 Petr. 5:5) en in fijne linnen van gerechtigheid (Op.19:8). Ze staan voor het begin door Adams poging zichzelf te bedekken en de voorziening door de Heer van kleren van huiden (Gen. 3:21). Ze staan voor het eind met de legers van de hemel, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos (Op.19:14).

Kleding is blijkbaar een belangrijk onderwerp in de Schrift. Hoewel het niet onze bedoeling is regels en voorschriften vast te stellen, is het duidelijk dat er in het leven van Christus principes gezien worden en dat onze keuze van kleding daardoor bepaald mag worden.

1. Kleed jezelf om je te bedekken, niet om jezelf bloot te geven

Als een rabbi van Zijn tijd zal Christus in het openbaar lange gewaden hebben gedragen. Ze bedekten Zijn lichaam van de hals tot aan de enkels. De enige delen van Zijn lichaam die blootgesteld werden aan de elementen waren Zijn gezicht, Zijn armen, Zijn handen en Zijn voeten. Dit is in lijn met hoe de hogepriesters van het Oude Testament zich kleedden. Mozes streek het bloed van het offerlam op de rechteroorlel, rechterduim en rechterteen (Lev. 8:23).
Aangezien deze werden blootgesteld, werden deze bedekt onder het bloed. Ook wanneer de kleding van een engel wordt beschreven ontdekken we dat ze lange, witte kleding dragen.

Zoals we mogen opmerken, was Adams poging zich te bedekken met vijgenbladeren (Gen. 3:7) niet voldoende in de ogen van de Heer. Blijkbaar is er een dieper probleem dan de keuze van de materialen. Een offerlam, in plaats van een tak/blad van een boom, was nodig voor Adam om te boeten voor de zonde (of te bedekken), want ‘het leven is in het bloed “(Lev. 17:11). Maar er is hier ook een praktisch probleem. Vijgenbladeren dekken niet goed; dierenhuiden doen dat wel.

Je denkt misschien dat ik het punt bewerk, maar we moeten hier voorzichtig mee zijn. Ten eerste leven we in een sensuele generatie die misschien meer in het openbaar naakt is, dan welk moment ook in de geschiedenis. Kleding wordt niet zozeer gebruikt om het lichaam bedekken maar om het lichaam te laten zien. Zo is er niets mis met het dragen van een broek dames (zoals sommige religieuze mensen kunnen onderwijzen), maar er is wel iets mis wanneer die broek zo strak is dat alle details te zien zijn.

Heilige mensen zijn discrete mensen. Ze proberen niet om de aandacht op zichzelf te vestigen door middel van hun kleding. Een vraag die je jezelf elke dag moet stellen is: “Ben ik bewust van de kleren die ik draag? Of als ik ze aangetrokken heb, kan ik ze dan ongestoord dragen?” : Als dat laatste waar is, dan is het waarschijnlijk dat je goed gekleed bent – Niet te opgedirkt of te slordig gekleed.

We lezen ook dat de door demonen bezeten man in Gadara die vrijgemaakt werd, later werd gevonden “gekleed en wel bij zijn verstand”. Satanische invloed had hem ontdaan van kleding, Jezus invloed maakte hem dat hij zich kleedde.

Ten tweede is er een principe in de Schrift, dat je jezelf moet openbaren, lichamelijk, emotioneel en geestelijk, volgens het niveau van intimiteit met die persoon of de personen rondom jou. Op deze manier gaan we volledig gekleed in het openbaar, maar meer casual onder vrienden en minder gekleed in onze eigen families. De enige met wie je helemaal naakt kunt zijn is met je echtgenoot. Dit principe is ook van toepassing op je innerlijke leven. Stel jezelf niet bloot aan vreemden. Onthul alleen je ambities of je angsten met mensen waarmee je een bepaald niveau van intimiteit hebt. Als je te open bent naar degenen die niet van je houden, zullen ze jou blootstellen. Uiteindelijk is de Heer de enige voor wie we volledig naakt kunnen zijn (en voor de Heer staan we altijd naakt!).

2. Kleed je volgens de gelegenheid

Sommige van de discipelen van Christus waren vissers. Om dit harde werk te doen deden ze hun bovenkleding uit. Joh. 21:7 zegt, “…Toen Simon Petrus dan hoorde dat het de Heere was, sloeg hij het bovenkleed om, want hij was ongekleed, en wierp zich in de zee.” Kledingkasten waren een stuk kleiner in die tijd, maar toch. Stel je voor, dat Petrus op zijn zondagse best zou gaan vissen! Het zou niet passend zijn.

Op dezelfde manier is er passende kleding voor elke gelegenheid. Als je sport, draag je niet je gewone kleding! Korte broek en een t-shirt zijn goed. Er is een geschikt moment om je bovenkleding uit te doen. Kleed jezelf niet overdreven op momenten als deze – dat is religie. Maar als je naar een bruiloft gaat, kleed je dan niet slecht. Dit is niet alleen pijnlijk schaamtevol, maar ook respectloos. Je moet je kleden op een manier die recht doet aan de mensen met wie je bent. Dus als de gelegenheid belangrijk is, of je hebt de mensen hoog in aanzien, is het passend je te kleden op een manier die hen eert.

In de gelijkenis van het bruiloftsfeest werd de slecht geklede gast uitgeworpen. Dit betekent niet dat hij zijn redding verliest, maar hij verliest zijn beloning in het Koninkrijk. Er zijn mensen die gekleed zijn in de kleren van de genade, waardoor ze gered zijn, maar niet gekleed zijn met de kleren van rechtvaardige daden waarvoor zij zouden worden beloond. Ze zijn ongepast gekleed voor de bruiloft, wat de tijd is van de beloning voor de gelovige.

3. Kleed je netjes

Als gevolg van een katholieke kater in de protestantse kerk, hebben we de neiging om Jezus in sjofele kleren gekleed te zien, weinig beter dan een zwerver. Dit sluit aan bij hun leer dat geestelijk zijn, verwant is aan armoede. Vandaar dat naar hun mening, Jezus als de meest geestelijke, Hij het minste van allen moet hebben. Deze lijn van denken bepaalt ook dat Jezus geen huis had met behulp van de verwijzing naar Zijn uitspraak dat “… de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen.” (Mat. 8:20).

Het probleem met deze leer is dat het niet in lijn is met de Schrift en uit zijn verband gerukt is. Jezus had een huis. Toen de discipelen Hem vroegen waar hij woonde, antwoordde Hij: “Kom en zie” (Joh. 1:39-40). Jezus had “nergens om Zijn hoofd neer te leggen”, omdat Hij niet kon rusten totdat Hij deze wereld had verlost uit de zonde. Want nu zit Hij (aan de rechterhand van God) omdat Zijn werk is gedaan.

Op dezelfde manier had Jezus zijn kleren niet gekocht in de kringloopwinkel. Hoe weten we dat? Door het simpele feit dat Romeinse soldaten, van wie de lonen (die ver boven de lokale bevolking uitstegen) betaald werden door de keizer, (denk aan de USA soldaten in Afghanistan), zelfs gokten over wie de mantel van Jezus zou houden na zijn kruisiging. Deze mantel moet van enige waarde zijn geweest, want het komt niet vaak voor dat mensen geïnteresseerd zijn in de kleding van een dode man, hoe verfijnd het ook is.

Kortom, Jezus droeg mooie kleren – niet op een manier om te pronken of flatteus te zijn. Er was geen ‘aankleden om te imponeren’ in zijn manier van handelen, maar in plaats daarvan gewoon gezond verstand. Helaas kleden vandaag de dag mensen zich zo nonchalant, zonder gevoel van wat passend is, wat respectvol en wat prettig is. Als het uiterlijke van de kleding de innerlijke wereld van het hart laat zien, dan is er veel hulp nodig. Je moet je netjes kleden en niet beschaamd zijn om dit te doen. En achterwege laten wat zo velen doen als ze een compliment krijgen – reageren door hen te laten weten dat je hem kocht in de uitverkoop bij C&A! Zeg gewoon: “Dank je, ik draag het tot jouw eer!”

Wouter van der Hee
Voorganger
De Wijnstok, Gemeente in Cellen

foto van De Wijnstok, Gemeente in Cellen / Videira Holanda.

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.